De bereidingswijze:

Als je een eigen gemaakte verse zuurdesem brood op zaterdag wil hebben, dan is het belangrijk dat je je starter begin te maken al op zondag.

Starter maken:

1. Weeg eerst je (weck)pot op een digitale weegschaal. Dan weet je hoeveel gewicht je af moet trekken om te weten hoeveel je starter weegt. Ook heel belangrijk is, dat je elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip je starter voedt. 
2. Voor het startdeeg meng je in een glazen (weckpot) 50 g speltel of roggemeel met 50 ml water die op kamertemperatuur is. Goed roeren.
3. Laat de deksel gewoon losjes erop liggen en zet weg in je keuken, in ieder geval op kamertemperatuur en niet in de koelkast.
4. Weeg elke ochtend de pot met inhoud en zorg dat je begint met 50 g starter. Schep van de bovenkant van de starter in de pot iets af, tot je 50 g over hebt. Voeg 50 g tarwebloem en 50 ml water op kamertemperatuur toe, roer weer echt goed, krachtig door elkaar en zet weer apart. Dit herhaal je elke dag voor de komende 6 tot 10 dagen. Bewaar de rest wat je weg moet halen in een andere potje in een koelkast. Je kunt er heerlijke zuurdesempannenkoekjes van maken.
5. Het moederdeeg fermenteert lekker als er luchtbelletjes op de oppervlakte zichtbaar zijn en het een aromatische geur geeft. De ene dag is het meer actief, als de andere. Gewoon stug doorgaan! 
6. Het desem is na 6 dagen  klaar om mee te bakken. Als je nog niet gaat bakken, bewaar je desem dan in de koelkast. 
7. Voed dit startdeeg wekelijks met 50 g tarwebloem en 50 ml water en zet een afgewogen deel een dag voor je gaat bakken op kamertemperatuur. 

Zuurdesembrood bakken:

1. Zorg dat je de desemstarter 3-8 uur voordat je het deeg gaat maken voedt, zodat ie goed actief is als je daadwerkelijk gaat bakken. Meng daarvoor 50 gram van je desemstarter met 50 ml water en 50 gram bloem. Na 3-8 uur is de desem actief en kun je dat gebruiken voor je desembrood. Doe het gelijk in de ochtend en later in de middag of in de avond kun je beginnen met brood maken.
2. Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn. Giet handwarm water in een kom en voeg de desemstarter toe totdat het desem is opgelost. 
3. Meng het meel en het zout erdoor.
4. Meng alles goed door elkaar en kneed minimaal 10 minuten. Het beste is het in een kom die je op je schout zit en met je hand kneed.
5. De deegbal moet glanzend en veerkrachtig zijn. Kneed langer totdat het deeg veerkrachtig genoeg is. Let op, als je roggebloem gebruikt kan het meer plakken. Dat is geen probleem.
6. Laat het deeg een paar uur op een warme plek, zeker op kamertemperatuur en tochtvrij rijzen in een met meel bestrooide kom of een rijsmandje, afgedekt met een vochtige theedoek. 
7. Kneed het deeg daarna nogmaals goed door om alle gluten te activeren en vorm het deeg tot een bol. Dat doe ik op het aanrecht en gebruik ik een deegschraper erbij om de deeg in een mooi bol te vormen en ook omdat ik Gee plakkerige vingers wil krijgen.
8. Leg het deeg in een rijstmandje met een betje bloem en laat het hele nacht rijzen op een koele plaats (bijv. in de kelder of de koelkast) afgedekt met een vochtige theedoek. 
9. Volgende ochtend verwarm je de oven op 220°C. 
10. Leg in de ijzeren pan geknipte bakpapier en draai het rijstmandje om in de pan, bestrooi met een pietsje gezeefde bloem en snij enkele inkepingen in het brood. .Zet in de oven en bak het brood eerst met een deksel 25 minuten en daarna nog 15 zonder deksel. Het brood is gaar wanneer het heerlijk ruikt en de bovenkant mooi goudbruin is. 

Voor welke dosha dat is hangt erg van meel af. De basis van een zuurdesembrood is bijna altijd tarwe of spelt omdat die gluten bevat die nodig zijn voor het rijzen. Als je tarwenel gebruikt, dan is het voornamelijk goed voor Vata's en Pitta's en minder voor Kapha's omdat tarwe verkoelende, zware en vochtige eigenschappen heeft. Wanneer je meer roggemeel gebruikt, is het ook beter voor kapha's omdat het verwarmende graan is. Rogge heeft ook veel eiwitten wat ook veel beter is. Aangezien spekmeel ook verwarmend is, is det brood beste voor Vata's en Kapha's.

Bedenk dus van te voren welke meel het beste voor je is en gebruik die. De lente is een kapha seizoen en daarom is het uitstekend om veel roggemeel gebruiken en minder speltmeel.

Maak het brood vaker zodat je een ervaring mee krijgt. Het eerste brood is altijd moeilijkste na een tweede brood wil je geen andere dan je eigen.

Veel plezier met het maken, succes en eet smakelijk.